Slecht cholesterol draagt mogelijk bij aan artrose
Te veel ‘slecht’ cholesterol blijkt van invloed te zijn op de ernst van artrose. Als dit ‘slechte’ cholesterol beschadigd raakt door opstapeling, zet het omliggend weefsel aan tot het maken van stoffen die zorgen voor schade, botvergroeiingen en ontsteking in het gewricht.
Dat concludeert onderzoeker Wouter de Munter van het Radboudumc. Hij promoveert 12 januari op zijn onderzoek naar cholesterol en artrose in muizen.
Artrose is een reumatische aandoening waarbij het kraakbeen in de gewrichten dunner en zachter wordt. Dit geeft een pijnlijk en stijf gevoel in de gewrichten tijdens beweging. Hoewel eerst gedacht werd dat de oorzaak gewrichtsslijtage is, wordt steeds duidelijker dat ook ontstekingsprocessen en de stoffen die daarbij vrijkomen bijdragen aan de ernst van artrose. Daarnaast groeit het bewijs dat er een verband is tussen hoge cholesterolwaardes en ontstekingsziekten. Wouter de Munter onderzocht daarom de rol van cholesterol bij artrose in muizen.
‘Slecht’ cholesterol
Cholesterol is een vetachtige stof en wordt getransporteerd in de vorm van eiwitbevattende deeltjes. Eén van deze deeltjes, low-density-lipoproteïnen (LDL), wordt ook wel het ‘slechte’ cholesterol genoemd. Verhoogd LDL veroorzaakt, na verandering door een reactie met zuurstof (oxidatie), beschadigingen aan de bloedvatwand, waardoor hart- en vaatziekten kunnen ontstaan. In het gewricht kan het op een vergelijkbare manier tot schade leiden. Om te ontrafelen welke vorm van LDL artrose veroorzaakt, injecteerde De Munter LDL of geoxideerd LDL in het muisgewricht. De Munter: “Zodra LDL zich opstapelt, kan het oxideren. We zagen dat voornamelijk geoxideerd LDL zorgt voor verschijnselen van artrose, en niet LDL.”
Extra botgroei
De Munter bekeek muizen die een cholesterolrijk dieet kregen en muizen die van nature hoge cholesterolwaardes hebben. Beide muizen ontwikkelden extra botvorming in het door artrose aangedane gewricht, wat leidt tot pijn en functiebeperking van het gewricht. Bepaalde afweercellen, macrofagen, bleken verantwoordelijk voor de extra aangroei van bot. De Munter: “Als geoxideerd LDL wordt opgenomen in macrofagen, activeren macrofagen groeifactoren die van nature veelal inactief aanwezig zijn in het gewricht. Activatie van groeifactoren kan stamcellen in het bot aanzetten tot het vormen van kraakbeen en bot.”
Ook andere cellen betrokken
Hoe belangrijk zijn de macrofagen bij artrose? Die vraag beantwoordde De Munter door macrofagen weg te halen uit het gewricht. “De macrofagen waren voornamelijk verantwoordelijk voor botvergroeiingen, maar het lijkt erop dat andere cellen onder invloed van geoxideerd LDL ontsteking en kraakbeenschade veroorzaken. Dat zijn processen die dus juist in afwezigheid van macrofagen een rol gaan spelen.”
Van muis naar mens
Het onderzoek van De Munter geeft een nieuwe kijk op het ontstaan van artrose. Voor artrose is nog geen genezing gevonden, maar het onderzoek geeft mogelijke aangrijpingspunten voor therapieën. “We hebben sterke aanwijzingen dat het in de mens op eenzelfde manier werkt, omdat er in mensen een relatie lijkt te bestaan tussen artrose en hoge cholesterolwaardes.” Vervolgonderzoek richt zich op de manier waarop macrofagen of andere cellen geoxideerd LDL opnemen. “Als we precies weten welke receptoren de cellen daarvoor gebruiken, kunnen we misschien lokaal de opname van geoxideerd LDL remmen. Daarmee beperk je schade in het gewricht.” Het onderzoek staat onder leiding van dr. Peter van Lent en wordt gefinancierd door het Reumafonds.
Bron: Fysionieuws